Rechtbank Amsterdam
Afdeling Publiekrecht
Teams bestuursrecht
T.a.v. Mevrouw
Zaaknummer AMS21/ 3090 WOB
Onderwerp: Het beroep van
Amsterdam, 1 juli 2021
Geachte griffier,
Op 21 juni 2021 ontving ik uw aanbod met de vraag of ik als eiser een reactie wilde geven op het verweer van gemeente Amsterdam (hierna verweerder genoemd).
Eerst wil ik graag op de feiten ingaan en vervolgens een achtergrondschets te geven van de gemeente Amsterdam en haar omgang met betrokken burgers.
Feiten:
- De wettelijke termijnen kennen een duidelijk vastgestelde periode. In dit WOB-verzoek zijn deze termijnen ruim overschreden ondanks mijn herhaaldelijke herinneringen aan deze termijnen. Het WOB-verzoek was ingediend op 23 maart 2021 en loopt nog tot op heden. Verweerder geeft aan het WOB-verzoek op zijn vroegst te kunnen leveren op 24 augustus 2021. Dat zijn maar liefst minimaal 5 maanden en 3 dagen. Verweerder erkent in het verweer ook dat zij de wettelijke termijnen zal overschrijden.
- Dit WOB-verzoek is ingediend ten behoeve van een onderwerp wat maatschappelijk en politiek actueel en relevant is. Uitstel van de termijnen leidt tot informatieachterstand in het debat en participatie van bewoners.
Gezien het feit dat het college met grote snelheid een beslissing wil maken in dit bouwplan geeft dit verzoek een nog urgenter karakter.
Eerdere WOB-verzoeken in dit dossier hebben grote politieke impact gehad en zijn tot in de gemeenteraad van Amsterdam besproken. (https://www.at5.nl/artikelen/208045/plan-b-document-nieuwe-meervaart-niet-meegenomen-bij-wob-besluit-pittig-debat-op-komst).
- De verweerder geeft aan dat de omvang van dit dossier en onderbezetting en vakantieperiode van personeel de overschrijding van de wettelijke termijnen rechtvaardigen.
Het WOB-verzoek is een afgebakend en concrete vraag en m.i. een WOB-verzoek van behapbare omvang. De rechtbank Midden-Nederland heeft in een uitspraak op 28 juni 2021 gedaan (*) en herbevestigt dat overheden gehouden zijn aan de wettelijke termijnen. “De verweerder is in staat om meer mensen en middelen ter beschikking te stellen om de WOB-verzoeken af te handelen” en daarmee vervalt het argument van onderbezetting en vakantieperiodes van personeel.
*28 juni 2021 Rechtbank Midden-Nederland ( ECLI:NL:RBMNE:2021:2719 – Rechtbank Midden-Nederland, 28-06-2021 / UTR 20/39 56 en UTR 20/3957 en UTR 20/3958)
Achtergrond:
Het besluitvormingstraject over het te bouwen theater (de Meervaart) heeft grote verontwaardiging veroorzaakt bij talloze bewoners en maatschappelijke organisaties in Amsterdam Nieuw-West. Als gevolg hiervan is een WOB-verzoek ingediend om alle cijfers, feiten en documentatie in bezit te krijgen.
Het beroepsschrift wat nu voorligt voor het huidige WOB-verzoek van een geringe periode is een vervolg op een eerder WOB-verzoek. Tot mijn grote teleurstelling wordt, zoals bij het vorige WOB-verzoek, wederom weer elke termijn overschreden. Hier waren ook vele telefoontjes en e-mails nodig om op de hoogte te blijven van de voortgang van het WOB-verzoek.
Het huidige college van Amsterdam verwacht voor het zomerreces nog een definitief besluit te nemen. Het nog langer uitstellen van de nog vrij te geven documenten geeft een onnodig achterstand van kennis van feiten die nodig zijn in dit proces.
Als laatste wil ik u meegeven dat ik waarneem dat regelmatig WOB-verzoeken in de gemeente Amsterdam tegen structurele opschortingen en zeer grote overschrijdingen van de wettelijke termijnen lopen. Een zorgelijke ontwikkeling in de transparantie van de besluitvorming voor de bewoners van de gemeente Amsterdam.
Hoogachtend,
Maikel van Leeuwen