Sinds 2019 heb ik geen wedstrijd of een ‘echt’ event gedaan, dus toen een Dolfijn (Dolfijnen zijn leden van Triathlon vereniging de Dolfijn) in een groepsapp vroeg: “Wie doet er mee aan de 50km Sallant trail?” was er 3 minuten nodig. Drie minuten om een ticket te kopen.
Training en begeleiding krijg ik nu al meer dan een jaar van Loopwijzer. Een echte aanrader. Nils (de coach) vond het geen slecht idee om een ultra van 50 kilometer te lopen vijf weken voor de marathon van Rotterdam. Gelukkig maar, want ik had inmiddels al dat ticket gekocht.
De voorbereiding
Ik geloof heilig in een zeer goede voorbereiding. Dus inlezen over ultra’s, advies vragen van ervaren ultralopers, zoals Jeroen Duin. Het advies was allemaal eenduidig: rustig beginnen, blijven eten en drinken en als het zwaar wordt: ga door. Vaak wordt het beter en natuurlijk: trainen. Trainen van loopvolume.
De start
Voor de start liep de organisator Bertus van Elburg rond en vroeg aan veel atleten of zij wel goed hadden getraind en of zij dachten wel of niet over de finish te komen. Ik kreeg een schouderklopje toen ik aangaf voorzichtig te starten en dat er veel kan gebeuren op 50 kilometer. Voor de start en bij de start ontmoette ik nog twee Dolfijntjes (Gerard en Ronald).
Nadat het start signaal afging liepen sommige zo hard zoals ik mijn 400 metertjes loop. “Rustig aan, bij jezelf blijven. Die kom je wel tegen.” zei ik tegen mijzelf. Dat resulteerde ook dat ik de 2 Dolfijntjes niet meer zou zien tot bij het kilometer 42 punt.
Praatjes
In het begin loop je vaak in groepjes en hobbel je van groepje naar groepje, totdat de snelheid en tijd alles oplost. Je kan helaas niet je oren sluiten en ik hoorde een man maar blijven opscheppen over zijn prestaties… Tip: Doe dat niet. Naast dat het irritant is, is het ook nog ongepast. Ultralopers zijn een speciaal groepje mensen. De vrouw/man waar naast je loopt kan zomaar eens een zeer ervaren ultraloper zijn. Bij het afronden van het eerste rondje van 23 kilometer kwam ik dan ook deze man tegen. Uitgestapt, want hij had ergens last van.
The middle game
Na 23 kilometer begon ik wel her en der een pijntje te voelen. Mijn rechter heup gaf af en toe wat kramp. Stoppen deed nog meer krampen geven. Dus dan maar even zitten. In kleermakerszit en wat rek/strek oefeningen doen. Na een minuut trok de kramp weg en kon ik weer kilometers lopen om vervolgens weer deze handeling uit te voeren. Dat was dan ook gelijk mijn mentale uitdaging: Ga ik stoppen? Ga ik door en de marathon Rotterdam op het spel zetten voor deze loop? Uitstappen is dan makkelijk te verdedigen, maar nee… Nee, dit keer zal ik de wedstrijd niet uitlopen. DNF heb ik sowieso nog nooit achter mijn naam gezien. Groepjes gingen voorbij, de mensen werden stiller. Her en der zag je mannen en vrouwen in het rood staan. Iedereen in zijn of haar eigen hurtbox.
Tijdsbesef met sport is een niet lineaire iets. Zo kan een 5 kilometer wedstrijd langer duren dan een rustige halve marathon. Met deze ultra leken sommige kilometers maar niet op te schieten en soms leek de tijd voorbij te vliegen.
The End game
Voor lange/moeilijke wedstrijden probeer ik altijd verschillende doelen te hebben. Brons was 42.2km te lopen en goud de hele 50km. Bij de 3e verzorgingspost kwam ik een sportmaatje tegen die al 42km kilometers er op had zitten. Hij zag er moe uit, maar wie niet? Bij deze verzorgingspost heb ik wat meer de tijd genomen. Verschillende glazen cola genomen en een banaan. Ik was inmiddels de sportgels wel goed zat. Daarna ging het snel. “Nog maar 14 kilometer. Dit kan je!” De grap was dat ik op kilometer 43 een vrouw tegenkwam die ik ook in het begin tegen kwam. Samenlopend raakte we aan de praat. Daardoor vlogen de laatste 6.8km voorbij. Voordat ik het wist liepen we de finish te gemoed. Eenmaal bij de finish zag ik dat ik 49.7km op het horloge had staan. Dat wilde ik niet. Ik wilde 50 kilometer totaal hebben. Dus nog voor de fun een klein rondje van 300 meter op de het grasveld en toen was het klaar en had ik mijn eerste ultramarathon succesvol in de zak.
Vergelijking met andere trails
Deze trail was zeker niet de makkelijkste. Ik vond het qua zwaarte te vergelijken met de 23km Wissenttrail keer twee. De Texelmarathon had lange vlakke stuken. Hier dus niet. Als iemand uit de randstad zijn deze hoogte verschillen dan ook de grote uitdaging. Ik ging zelf in de ‘spaarstand’, dus de heuvel op stevig doorwandelen en snel naar beneden. Bij het laatste moet je opletten of je knieën dat wel een goed idee vinden.
Voedsel/vochtplan en materiaal
Goede voorbereiding en een plan is het halve werk. Het volgende had ik bedacht (met tips van Jeroen Duin, dank!) voor mijzelf. Dit plan werkte goed.
Voeding:
Elke 7 kilometer een Maurten 100 sportgel. Niet de goedkoopste. Wel goed weg te werken en vullend.
Vocht:
Voor elke verzorgingspost: 15km, 23km, 36, 43km minstens een halve liter vocht drinken met een tablet Nuun. Bij de verzorgingspost 1 of 2 glazen cola.
Materiaal:
Een oud buisje Nuun gevuld met 4 paracetamol (niet nodig gehad), een klein plastic seal bag met antifrictie/shaffing crème (niet nodig gehad) en maagzuurremmers. De laatste, omdat ik wel eens last van maagzuur krijg met al dat suiker. Als ik geen startnummer met speldjes zou hebben dan zou ik er ook een speldje in doen om eventueel een blaar te prikken. Om het buisje 20 cm sporttape gewikkeld. Handig om kapotte blaren, tenen en/of tepels te plakken. Dit materiaal weegt nog geen 20 gram.
Klasse Maik! Mooi geschreven
wat een mooie prestatie Maikel!