De aanloop en verloop van Tri Amsterdam half distance
“No sympathy for the devil; keep that in mind. Buy the ticket, take the ride…and if it occasionally gets a little heavier than what you had in mind, well…maybe chalk it up to forced consciousness expansion: Tune in, freak out, get beaten.” — Hunter S. Thompson
Een wedstrijd van dit kaliber van een triathlon begint voor de beginner natuurlijk maanden, zo niet jaren eerder, maar om dat allemaal te beschrijven is nogal saai. Desalniettemin wil ik alle Dolfijnen van Triathlonvereniging de Dolfijn bedanken voor al hun support, trainingen en toewijding. Nog nooit zo’n groep toegewijde prettige mensen bij elkaar gezien en in het bijzonder alle zwem- ,fiets- en looptrainers, zonder hen had ik het nooit gehaald of er een hele zware dobber aan gehad.
De wedstrijdzenuwen had ik aardig van mij af kunnen houden, tot het moment van de nacht voor de wedstrijd. Om 21.30u ter kooi. De tijd tikte langzaam weg. Routinematig probeerde ik de wedstrijd te visualiseren: Het water in, de eerste 450 meter even zwaar, daarna cadans vinden, transitie in: Bril eerst omhoog, rits vinden van wetsuit, uittrappen bij mijn plekje, fiets uit het rek en rennen naar de balk! Dan het moeilijkste moment voor mij: Op de fiets springen met blote voeten op de schoenen, gelukkig wat technisch bochtenwerk om daarna de snelheid op te voeren und so weiter…
05.00 *BEEP BEEP BEEP*
‘Kak, daar gaan we dan’, denk ik. Geen honger, maar ik prop 200ml aan yoghurt met 200 gram cruesli in mijn mik. Ontbijt skippen op deze dag is niet zo slim. Duw de lenzen in mijn slaperige droge ogen, pak een banaan en slinger de rugzak met alle spullen op mijn rug. Teveel wedstrijdzenuwen om nog thuis te blijven.
06.20
Aangekomen op het terrein wat het strijdtoneel wordt van diverse triathlons. Gelukkig ben ik niet de enige vroege vogel met wedstrijdzenuwen. De transitiezone gaat open. Slaperig vraagt de vrijwilliger om mijn bibsnummer. Ik leg al mijn spullen nauwkeurig neer. Overweeg nog om de triathlonschoenen NIET met elastiekjes op de fiets te monteren, maar ik vind dat eigenlijk geen optie. Een transitie gaat nu eenmaal sneller met de schoenen er al op (als je niet omvalt in het proces).
07.45
Wedstrijdzenuwen worden groter. Ik gooi 200ml aan kerosine (sportgel met cafeïne) naar binnen en luister met een half oor naar de wedstrijd briefing. Moet ik nog naar het toilet, vraag ik mijzelf af.. Daar ben je dan mooi te laat mee…
08.00 Zwemmen
Ik ben er niet uit of ik een rolling start aangenamer vind. Ik positioneer mij maar laf ver achter in de groep. Minder kans om overzwommen te worden. Deelnemers inhalen in een wedstrijd doet mij meer goed, dan ingehaald worden door al die imposante figuren die vooraan staan. Bij het ponton waar we het water inspringen is het chaotisch. Begrijp eigenlijk helemaal niet what the fuck al die mensen staan te doen. Ik wacht het maar niet af. Spring over twee mensen die zitten (?!) het water in.
Op de een of andere manier vind ik binnen 100 meter mijn cadans (ligt dit aan ervaring?) en kijk om de +/- 15 slagen waar ik heen ga. Het begint steeds beter te voelen als ik mensen inhaal. Opeens voel ik een ferme tik op mijn bovenbeen, daarna een stomp op mijn schouder. ‘Sure, je hebt breed baan, maar zwem maar over mij heen’. Dit ongelukkige event blijkt gelijk een zegen te zijn. De snelheid van deze deelnemer daalt gelijk weer, nadat hij/zij mij overzwommen heeft. Ik zie kans om hem/ haar voor ⅔ van de wedstrijd te volgen en in zijn kielzog mee te gaan. Op het laatste stuk is hij/zij moe en drop ik hem. Het zwemmen duurde langer dan ik had verwacht, later bleek dat het langer was dan 1900 meter.
T1
In transitie zone 1 (van zwemmen naar fietsen) krijg ik snel mijn wetsuit uit. Eigenlijk valt de duizeligheid mee. Iets wat ik altijd heb na een flink stuk zwemmen. Fiets uit het rek en rennen naar de balk. Bij de balk heb ik genoeg vaart. Spring op mijn schoenen, maar merk dat mijn linkerschoen al uit het elastiek is. Kak… Even stilstaan, blote voet er toch maar op en trappen maar.
Fietsen
Na wat bochtjes is het tijd om aan de bak te gaan. Ik had beloofd aan mijzelf om zoveel mogelijk 33km/u te fietsen en dat in het ligstuur. Het fietsen gaat allemaal goed, veel stukken boven de 33km/u gefietst. Het viel mij wel op dat er veel mensen stayerden. Ik kon het niet laten om toch even te glimlachen toen een groep van 3 mannen, die al enige tijd waaiers trokken, een gele kaart kregen. Sommige stukken van het parcours zijn technisch en af en toe zelfs gevaarlijk. Halverwege zie ik een ambulance, politieagenten en een paar mensen rondom een paar fietsen staan. Dat ziet er niet goed uit, het maakt mij scherper en meer gefocust. Elk halfuur neem ik een paar slokken voeding, wellicht teveel omdat ik misselijk word. Uiteindelijk besluit ik op kilometer 50 om het voedingsprogramma te laten varen en meer op gevoel iets tot mij te nemen. Rond dezelfde tijd begint het goed warm te worden. Bij een verzorgingspost grijp ik een bidon met water aan en gooi de helft over me heen. De bidon gooi ik terug naar een vrijwilligster. Ik had haar aandacht moeten trekken, maar dat deed ik niet. De bidon belandt ergens tussen haar borst en buik. OEPS.
De laatste 5 kilometer besluit ik iets rustiger aan te doen, zodat mijn hartslag wat daalt. Eenmaal in de laatste sectie van het parcours besloten een paar verdwaalde niet-wedstrijdhardlopers de weg te delen. Ik kon het niet laten om een van deze niet oplettende onverlaten de huid vol te schelden dat ze toch echt beter moeten opletten.
T2
De transitiezone 2 (fietsen naar lopen) was er sneller dan ik had verwacht, hierdoor had ik geen tijd meer om uit mijn schoenen te stappen op de fiets, dan maar uitklikken en met schoenen aan doorrennen naar mijn plek. In het vak neem ik nog een paar slokken sportvoeding. Besluit toch om mijn sokken aan te doen. Eenmaal mijn hardloopschoenen aan realiseer ik mij dat ik waanzinnig moet plassen, maar ik zie geen toilet. Mopperend spreek ik een mededeelnemer hier op aan, zijn reactie is logisch ‘Dan laat je het toch lopen’. Ja…Zo ver ben ik nog niet. Snel prop ik nog 2 gels in mijn trisuit en hop het loopparcours op.
Lopen
Eenmaal de transitie uit gaat alles langzaam. De snelheidservaring die ik op de fiets had, die vind ik hier niet meer. Nog geen 10 minuten uit T2 gaat alles zwaar, te zwaar. Hierop kijk ik naar mijn horloge en realiseer me dat ik te snel loop. Zo rond de 4.30min op de kilometer. Dat ga ik geen halve marathon vol houden. Niet veel later kom ik weer die mededeelnemer tegen en besluit naast hem te rennen. Zijn pace is precies 5.10min. Mooi, dan hoef ik alleen nog maar hem te volgen en niet na te denken over de pace. Bij elke post gooi ik een beker water over mijzelf heen en drink een beker sportdrank. De wedstrijd is inmiddels goed gemengd met andere afstanden en het valt mij op dat veel deelnemers wandelen en dat sommige er behoorlijk slecht uit zien. Ik zie het als goede raad: Blijven drinken, temporiseren, het werk uitvoeren en vooral geen gekke dingen doen.
Op de 10 kilometer begint de verzuring er goed in te hakken. Hier dubbel ik ook een bekende van me. We spreken niet, iedereen zit in zijn eigen bubbel van afzien, gedachten/kijken alles raakt eigenlijk in een tunnel. De laatste 11 kilometer doen pijn, maar wat ik nog mee maak of dacht. Ik weet het allemaal niet meer. Voordat ik het weet heb ik de finish gehaald. Ik klok de tijd: 05.22:40. Geloven deed ik het nog niet helemaal, maar de eerste halve afstand en pas tweede triathlonwedstrijd is binnen.